Acties die kunnen worden ondernomen tegen een onaangename buur in de gemeenschap

Geconfronteerd met een onaangename buur wiens gedrag herhaaldelijk voorkomt en die geen aandacht schenkt aan de eisen van andere buren om het lastig vallen van andere buren niet te herhalen, kan de vereniging van huiseigenaars ermee instemmen een rechtszaak aan te spannen om een einde te maken aan het onaangename gedrag van die buur.

Voor schadelijke activiteiten, gevaarlijke of illegale gedragingen die voorzien zijn in artikel 7 van de “Presidentiële Eigendomswet”, zal de voorzitter van de gemeenschap de buurman vragen om onmiddellijk te stoppen met de overlastgevende activiteiten en te waarschuwen voor het oneigenlijke gebruik in de buurt, om een rechtszaak aan te spannen moet de commissie van eigenaars bij gewone meerderheid haar goedkeuring geven.

Alvorens een schadeclaim in te dienen tegen een onaangename buur, moet de gemeenschap over voldoende bewijzen beschikken (fotografische notariële akte, politierapporten, technische verslagen van de schade, eerdere waarschuwingsbrieven, enz. Indien een schadeclaim wordt ingediend, moet een proces-verbaal met de reden van de schade aan de gemeenschappelijke elementen en de factuur of onderhoudsraming worden bijgevoegd.

Zowel tegen de huurder als tegen de verhuurder moet een proces worden aangespannen, en er kunnen voorzorgsmaatregelen nodig zijn om de doeltreffendheid van het stakingsbevel te verzekeren. Indien de vordering tot staking en beëindiging wegens overlast wordt toegewezen, wordt de huurovereenkomst beëindigd en kan de verhuurder een verbod worden opgelegd (indien vereist door het CCPP), waardoor hem het recht wordt ontnomen de woning voor een bepaalde periode te verhuren. Tot 3 jaar.
Het is ook mogelijk strafvervolging in te stellen tegen een dergelijke huurder wegens schade, lawaai, beledigingen, het hebben van honden in de gemeenschappelijke ruimten, enz. (in die zin komt dit neer op het hinderen van de buren). (in die zin komt dit neer op het lastig vallen van de buren).

Logischerwijze moeten, overeenkomstig het beginsel van de minimale tussenkomst van het strafrecht, voor klachten die de welvaart van de hinderlijke buur kunnen verstoren, het auteurschap, de strafbaarheid, de feitelijke achtergrond, de continuïteit van de feiten en de fysieke integriteit van de getroffen persoon volledig schadeplichtig worden bewezen.

Hoewel het strafproces gewoonlijk het minst wordt gebruikt door de gemeenschap, is het een feit dat wij de laatste jaren hebben gezien dat rechters en rechtbanken niet alleen een nuttige en relevante rol spelen in elke situatie, maar ook steeds gevoeliger worden voor kwesties van coëxistentie binnen de gemeenschap.

¿Necesita ayuda?¿Help?
Scroll naar boven