Schadevergoeding voor preventieve gevangenis na vrijspraak Constitutioneel Hof

Tot op de dag van vandaag is het niet gebruikelijk in Spanje om een schadevergoeding te bekomen wegens het feit dat men voorlopige hechtenis heeft uitgezeten wanneer men nadien met een rechtszaak is vrijgesproken.

In deze gevallen, de Wet erkent enkel dit recht van rechtzetting in het geval dat men is vrijgesproken in een rechtspraak wegens het aantonen van onschuld van een persoon, het is te zeggen dat is aangetoond dat deze geen misdaad had gepleegd.

Buiten het recht tot schadevergoeding blijft er de absolute vrijspraak wegens het niet bestaan van bewijs.
Op deze manier enkel wordt het recht van hestelling hiervan toegekend wanneer is aangetoond dat er een administratieve fout is gebeurd en hiermee wordt begrepen dat het enkel gaat om de gevallen waarbij er een uitspraak is waarin wordt verklaard dat de persoon onschuldig is, daar men beschouwd dat het niet is aaangetoond dat hij heeft deelgenomen in de feiten.

Doelstelling Schadevergoeding voorlopige hechtenis

Maar in de gevallen waarbij men bij de uitspraak heeft laat noteren dat men niet de schuld kon aantonen, wel in deze gevallen begrijpend dat er geen fout is opgestreden door voorlopige hechtenis op te leggen, daar dit nodig was voor de rechtszaak. Maar goed, dit gaat nu veranderen.

Het Constitutioneel Hof gaat blijkbaar dit aanpassen in de komende dagen wegens een uitspraak die er is genoteerd geworden en op een onrechtstreekse vorm wordt naar dit voorval verwezen.

Heden ten dage keert men lage bedragen uit, enkel in weinige gevallen waar men de beschuldigde vrijspreekt of het geval klasseert vóór de rechtszitting.

Blijkbaar gaat men een beslissing laten noteren waarbij men gedeeltelijk annuleert 294.1 van de Wet op deze wijze dat er geen beperking gaat zijn ter ontvanging van deze vergoeding ter erkenning van dit recht.

De handeling van het Hof is een gevolg van verschillende uitspraken van Straatsburg dat als dicriminerend werd beschouwd dat aan enkele gevallen men de vergoeding uitkeerde en aan anderen niet, voor de reden waarbij ze hun onschuld betwijfelde.
Als men enkel vergoeding betaalde aan enkelen, was dit daar over de anderen er geen zekerheid was of ze onschuldig waren, waarbij er steeds de mogelijkheid bestond van schuld welke een ernstige schending is van hun recht van onschuldigheid.

Nu lijkt het Constitionele Hof te opteren voor de weg van erkenning van alle personen die in voorlopige hechtenis hebben gezeten en die niet veroordeeld zijn.

¿Necesita ayuda?¿Help?
Scroll naar boven